Leiding: Willem en Annet van Dienst Onderwerp: Hoe kijkt u naar mensen? Bijbeltekst(en): Filemon Datum: 8-9-2024 Infotheek nr: 4482 Video vooraf: https://www.youtube.com/watch?v=uKfS47Omwsc Presentatie (PPT) De brief aan Filémon Van Paulus die in de gevangenis zit omdat hij het goede nieuws van Jezus Christus heeft bekend gemaakt, en van onze broeder Timotheüs. Aan: Filémon, onze medewerker. Wij schrijven niet alleen aan u persoonlijk, maar ook aan onze zuster Apfia, aan onze medestrijder Archippus en aan heel de gemeente die in uw huis samenkomt. Wij wensen u de genade en vrede van onze God en Vader, en van onze Here, Jezus Christus toe. Als ik voor u bid, dank ik God telkens weer, want ik hoor dat u de Here trouw bent en dat u uw medechristenen liefhebt. Ik bid ook dat er van uw geloof kracht mag uitgaan en dat het mag doorwerken in veel goeds dat Christus in ons bewerkt en waarnaar wij uitzien. Uw liefde heeft mij veel troost en blijdschap gegeven, broeder; uw vriendelijkheid heeft vele christenen goed gedaan. Nu wil ik u om een gunst vragen; ik zou het namens Christus van u kunnen eisen omdat het uw plicht is, maar ter wille van de liefde geef ik er de voorkeur aan het u dringend te vragen. Ik, Paulus, ben nu een oude man en zit hier ter wille van Jezus Christus in de gevangenis. Ik smeek u mijn kind Onésimus vriendelijk te behandelen; ik heb hem tijdens mijn gevangenschap als kind van de Here gewonnen. Onésimus is u tot nu toe niet van veel nut geweest, maar vanaf nu zal hij zowel u als mij van veel nut zijn. Ik stuur hem naar u terug. Ik wil dat u weet dat hij mij heel na aan het hart ligt. Ik wilde hem eerst bij mij houden, terwijl ik hier gevangen zit, omdat ik het goede nieuws heb bekendgemaakt. Dan zou u, door hem, mij een grote dienst hebben bewezen, maar ik wilde het niet zonder uw toestemming doen. U kunt alleen maar goed doen uit vrije wil en niet onder dwang. Misschien kunt u het zo bekijken: U bent hem een tijdje kwijt geweest, maar nu kan hij voor altijd van u zijn, niet alleen als slaaf, maar ook als uw geliefde broeder, die een speciaal plekje in mijn hart heeft. Is dat niet veel beter? Hij zal nu veel meer voor u betekenen, omdat hij niet alleen uw slaaf maar ook uw broeder in Christus is. Als ik werkelijk uw vriend ben, ontvang Onésimus dan even hartelijk als u mij zou ontvangen. En als hij u tekort heeft gedaan of u iets schuldig is, reken het dan mij aan. Ik zal het u terugbetalen. Dat garandeer ik, Paulus, hier met mijn eigen handschrift. En dan wil ik niet eens praten over wat u mij schuldig bent. U bent mij uzelf schuldig! Ja broeder, maak mij blij door deze daad van liefde; dan zal mijn hart in Christus verkwikt worden en de Here prijzen. Ik heb u deze brief geschreven omdat ik ervan overtuigd ben dat u zult doen wat ik u vraag en zelfs meer! Houd een logeerkamer voor mij klaar, want ik hoop dat God uw gebeden zal verhoren, zodat ik binnenkort als vrij man naar u toe zal kunnen komen. U moet de groeten hebben van Epafras, die ook bij mij in de gevangenis zit, omdat hij Christus Jezus heeft bekendgemaakt. Ook mijn medewerkers Markus, Aristarchus, Demas en Lukas groeten u. Ik wens u toe dat uw geest door de genade van de Here Jezus Christus gesterkt zal worden.