Spreker: Toon van den Hoorn Onderwerp: De opstanding Bijbelstekst(en): Johannes 20:1-18 Datum: 27-04-2024 Infotheek nr: 4516 Presentatie (PPT): Johannes 20:1a: Op de eerste van de week komt Maria van Magdala, als het nog donker is, naar het graf vers 1b: De steen, weggenomen van het graf. Blepoo: Dit betekent: zien wat voor ogen is. Zien wat zichtbaar is Vers 2: Zij rent dus en zij komt bij Simon Petrus en bij de andere discipel, die Jezus liefheeft en zij zegt tot hen: Ze hebben de Heer uit het graf weggenomen. En we weten niet, waar ze Hem neergelegd hebben. Vers 3: En Petrus gaat uit. Thereeoo….. Dit betekent: als toeschouwer kijken. Analyserend kijken Vers 8c: Hij ziet en hij gelooft. Orao…… Zien. Met zekerheid weten. Zien, in de zin van: in je opnemen. Dan doet het iets met je. Van binnen. Vers 9: want zij weten de schrift nog niet, dat het nodig is, dat Hij uit de doden opstaat. Pas later begrijpen de leerlingen, dat dit al in de schrift is voorzegd. NB: ze hadden er nog geen besef van. Vers 10: En de leerlingen gaan weg, weer naar zichzelf. Vers 11: Maar Maria staat bij het graf wenend Als zij dus weent, bukt zij naar het graf Vers 12: Zij ziet (thereeoo) twee engelen zitten in witte dingen. Een bij het hoofd, een bij de voeten, waar het lichaam van Jezus lag. Vers 13:. Ze hebben mijn Heer weggenomen, en ik weet niet, waar ze Hem neergelegd hebben. Vers 15b: Heer, als u Hem hebt weggedragen, zeg mij waar u Hem hebt neergelegd en ik zal Hem wegnemen. Vers 17a: Jezus zegt tot haar: houd Mij niet vast, want Ik ben nog niet omhoog naar mijn Vader. Vers 18: Maria van Magdala gaat, berichtend aan de leerlingen, dat zij de Heer heeft gezien en dat Hij deze dingen tot haar heeft gezegd