Engelen
God schiep de engelen
God schiep de engelen.
In tienduizenden tienduizendtallen en duizenden duizendtallen, ontelbaar in menigte
(Openb.5:11, Hebr.12:22).
Samen met hun Schepper vormen de engelen de hemel.
Overal waar engelen zijn en functioneren komen hemelse krachten en werkingen openbaar in liefde, licht en leven.
Met welke bedoeling schiep God engelen?
God ziet uit naar een mensheid.
Vanuit dat verlangen begint God vanuit het niets Zijn schepping.
En na alles wat Hij geschapen heeft, roept Hij:
Laten wij mensen maken, die ons evenbeeld zijn, die op ons lijken (Gen.1:26).
Te midden van de miljarden engelen wil Hij de mensheid tot aanzijn brengen.
Met hun inzet wil Hij de mens laten leven en volledig tot zijn doel brengen.
God zendt engelen uit ten dienste van hen die het heil beërven (Hebr.1:14).
Hij zal Zijn engelen bevelen voor u te zorgen en u te beschermen, waar u ook gaat.
Zij zullen u op handen dragen en u zult niet struikelen. (Ps.91:11-12).
Jezus wist, dat God legioenen engelen zou sturen om Hem terzijde te staan, als Hij God daarom zou vragen (Mat.26:53).
Deze krachtige helden voeren Gods woord uit (Ps.103:20).
Zij staan ons in elke situatie op koninklijke en priesterlijke wijze terzijde.
Zij willen ons voortdurend dienen en bekrachtigen.
Zij voorzien ons van al het goede van God, zodat wij kunnen leven naar zijn wil.
Hoe stellen we ons engelen voor?
Een engel is een wezen in de geestelijke wereld.
Hij heeft mogelijkheden en vermogens die doen denken aan die van een mens.
Engelen functioneren in de hemel zoals mensen functioneren op aarde.
Engelen zijn geestelijke wezens met een eigen, unieke persoonlijkheid.
Zij bezitten geestelijke kracht om Gods opdrachten uit te voeren.
Zij dienen God uit vrije wil.
Met een hart vervuld van liefde voor Hem.
Vol eerbied en ontzag erkennen zij God als hun Koning en Heer.
Volledig toegewijd en met inzet van al hun vermogens handelen zij naar Gods woord en naar Zijn wil.
De engelen ontvingen hun persoonlijkheid en vermogens, hun plaats en taak, bij hun schepping.
God formeerde hen in allerlei kwaliteiten, geschikt voor alle diensten die Hij voor hen in gedachte had.
Ezechiël 28:12b-13 omschrijft Lucifer, de grootste engel die God formeerde, in beeldspraak:
Volmaakt bent u van gestalte, vol van wijsheid, volkomen schoon. U was in Eden, Gods hof, allerhande edelgesteente overdekte u.
Toen u geschapen werd, waren zij gereed.
Wat voor Lucifer geldt, is ook van toepassing op de overige engelen.
In de engelenwereld is dan ook geen sprake van groei, ontwikkeling of toename in aantal.
Ook de onderlinge verhoudingen die door God bij de schepping van de hemel zijn bepaald, blijven altijd bestaan.
Nooit zullen de engelen ophouden te bestaan.
Altijd zullen ze met grote ijver blijven uitvoeren wat God hun opdraagt.
Hoe functioneren engelen?
God schiep de engelen in een bepaalde ordening.
Daardoor heeft de hemel de structuur van een koninkrijk.
De engelenwereld vormt het begin van Gods koninkrijk.
Een harmonisch samengesteld geheel waarin God centraal staat als Schepper en Koning.
Elke engel heeft zijn eigen, unieke plaats en positie.
Zijn eigen, specifieke taak- en werkgebied.
In die ordening zijn groepen te onderscheiden die onder leiding staan van overheden, vorsten en aartsengelen.
Paulus spreekt in 1Thess.4:16 over een aartsengel.
Daniël 12:1 spreekt over Michaël, de grote vorst: een vorst te midden van de engelen.
Lucas 1:19 spreekt over Gabriël.
Hij staat voor Gods aangezicht en is altijd in Gods nabijheid.
Openbaring 10:1 en 18:1 maken melding van een machtige engel met groot gezag.
Gabriël functioneert daar als de ‘engel van Jezus’ (Openb.1:1 en 22:16).
In Efeze 6:12 spreekt Paulus over hemelse vorsten, heersers en machthebbers en kwade geesten in de hemelse gewesten.
Hij duidt dan op de rangen en standen in het rijk der duisternis en het dodenrijk die met de val van Lucifer zijn ontstaan.
In Col.1:16 spreekt hij over tronen, heerschappijen, overheden en machten, die in de hemelen geschapen zijn.
Deze niveaus zijn in de trouw gebleven engelen nog steeds aanwezig.
In Gods koninkrijk dragen de sterkeren de minder sterken.
De sterksten onder hen - de aartsengelen - zijn in staat om alle engelen die aan hun zijn toevertrouwd, te leiden en te ondersteunen.
Hetzelfde geldt voor alle overige hemelse heersers en machthebbers.
Heersen duidt in Gods koninkrijk op 'ieders dienaar zijn' (Mark.10:42-44).
De engelen werken samen in vrede en blijdschap, in welwillendheid en eensgezindheid, met trouw en vertrouwen.
Zo mogen we ons de tienduizendtallen van engelen voorstellen.
Zo heeft God het bedoeld, bedacht en geschapen.
Welke groepen engelen zijn er?
De Bijbel onderscheidt in Gods koninkrijk twee groepen engelen: cherubs en serafs.
Cherubs
God troont op de cherubs (Ps.99:1).
Cherubs openbaren zich daar waar God zijn koninkrijk vestigt.
Zij zijn daar waar Gods macht en gezag werkzaam is of werkzaam wordt.
Zij functioneren als goddelijke lijfwachten, als troondragers van God.
Zij hebben koninklijke taken en vaardigheden.
Na de val van Lucifer krijgen de trouwe cherubs een nieuwe aanvoerder: Michaël, één der voornaamste vorsten in de hemel (Dan.10:13, 21 en 12:1).
Samen met Michaël blijven zij handelen naar Gods wil.
Zij blijven hun vermogens inzetten voor het vestigen van Gods koninkrijk en het handhaven van zijn macht en gezag in het leven van mensen.
Serafs
Jesaja spreekt over serafs (Jes.6:2-3).
Zij staan rondom Gods troon, verkeren in zijn tegenwoordigheid en proclameren zijn heiligheid en heerlijkheid.
Serafs staan onder leiding van de aartsengel Gabriël, de engel die voor God staat (Luc.1:19).
Serafs dienen mensen.
Zij dragen bij aan het klimaat van Gods koninkrijk in hun leven.
Zij geven licht, bewerken ruimte en vrijheid in het leven van mensen.
De aard en werkingen van de serafs zijn als priesterlijk te omschrijven.
Wat betekenen engelen voor ons?
Cherubs functioneren ten opzichte van de mens als goddelijke lijfwachten.
Cherubs beschermen en dienen de mens.
Zij werken mee aan het voltooien van Gods plan met mensen.
Op grond van hun koninklijke vaardigheden pakken deze trouwe engelen de strijd op tegen alle vijanden van God en mensen.
De cherubs manifesteren zich in de geestelijke wereld dan ook als strijders van God.
Zij ondersteunen de mens in zijn strijd tegen de demonen die een ander koninkrijk willen vestigen en de troon van de duivel in zijn leven willen oprichten.
Wanneer wij bij bevrijding onder handoplegging een boze geest in de naam van Jezus uitdrijven en hem gebieden naar de afgrond te gaan, dan voeren de heilige engelen dat in de hemelen uit.
Zij grijpen de aangesproken en uitgedreven demon en werpen hem in de afgrond.
Daar wordt de boze geest overgegeven aan de ketenen van de duisternis om tot het oordeel bewaard te worden (2Petr.2:4).
Serafs werken onafgebroken in de hemel van mensen als dienaren die voortdurend het aangezicht van de Vader zien.
God stelt hen aan de zijde van mensen vanaf het meest prille begin van hun leven
(naar Mat.18:10).
Serafs werken mee aan verzoening met God en werken toe naar heilig worden (Jes.6:6-7).
Zij verblijden zich als mensen die zij dienen, zich bekeren (Luc.15:10).
Serafs blijven zich inzetten voor de mensen naast wie God hen stelt.
Hun toewijding blijft, ook als die mens in onbekeerde staat sterft en in de 'schoot van Abraham' verblijft.
Zij dragen en troosten hem dan (Luc.16:22-26).
Zij geven hem licht in de duisternis waarmee doodsengelen hem omgeven, en bieden hem uitzicht op verandering van zijn situatie.
Met dat dienen houden zij pas op als de mens tijdens zijn leven op aarde de duisternis liever krijgt dan het licht, als hij het goede van God gaat haten en in de zonde en het kwaad gaat leven (naar Joh.3:19-20).
Wat betekenen engelen voor de gemeente?
Wanneer mensen zich invoegen in een plaatselijke gemeente, voegen hun engelen zich bij de engelen die dienst doen in de hemel van die gemeente.
Door de werking van woord en Geest in de gemeente worden mensen verbonden met Christus en met elkaar.
Door één Geest gaan zij in hemel en op aarde één lichaam vormen onder één hoofd.
De engelen versterken de hemelse band tussen de leden van de gemeente.
Zij ondersteunen de leden van het lichaam van Christus en dragen bij aan het klimaat van Gods koninkrijk in de gemeente.
Zij zetten zich in voor liefde, vrede, gerechtigheid, orde, harmonie en eensgezindheid.
Zij ondersteunen onze gebeden en stemmen in met onze lofprijzing en aanbidding (naar Openb.8:3-4).
Door deze orde van dienende geesten met hun priesterlijke diensten voor ieder persoonlijk en voor de gemeente geeft Jezus licht en leven, ruimte en vrijheid.
Ook door hen kan de Heer tot ons spreken en wonderlijke dingen bewerken.
Tot in eeuwigheid…
Johannes beschrijft in Openbaring de visioenen waarin Jezus hem laat zien hoe intensief de heilige engelen betrokken zijn bij de realisering van Gods plan, en hoe met hun inzet in een alles beslissende strijd de grandioze overwinning wordt behaald over het rijk van duisternis en dood.
Tot in eeuwigheid zullen heilige engelen met inzet van al hun krachten hun taak en opdracht naar Gods wil in blijdschap en vrede blijven uitvoeren en bijdragen aan de realisering van al Gods plannen.