Vasten


Algemeen
Vasten is met opzet niets of weinig eten gedurende een bepaalde periode.
Protestanten kennen geen traditie van een vastenperiode.
Katholieken hebben hun vastentijd gedurende de weken voor Pasen.
Over het algemeen heeft een vastenperiode als doel om ontvankelijker te worden voor God of om tot bezinning te komen.
Bij niet-christelijke religies wordt gevast vanuit de gedachte dat je door te vasten in de gunst komt bij de goden.

Wat het vasten inhoudt, is niet eenduidig gedefinieerd.
Sommigen eten meerdere dagen achter elkaar helemaal niet, terwijl anderen zich onthouden van een bepaalde luxe of gewoonte, zoals roken, televisie kijken, snoep of alcohol.

Oude Testament
Wanneer Mozes in de woestijn zijn volk uitlegt waarom God hen honger heeft laten lijden, zegt hij:
"Hij wilde u daardoor laten beseffen dat de mens niet leeft van brood alleen, maar van alles wat uit de mond van de Heer komt" (Deutr. 8:3).
Zijn boodschap is: door het eten tot een minimum te beperken maak je je geest vrij en sta je meer open voor het woord van God.

In 1Sam. 14 lezen we dat koning Saul Gods nabijheid zoekt om God te verplichten zich aan zijn woord te houden.
Hij probeert God te vermurwen in de oorlog tegen de Filistijnen.

In Jesaja 58:6,7 en 9 spreekt Jesaja namens God:
Als jullie vasten, vast dan zo:
Maak de strakke banden los, verwijder het knellende juk, laat slaven in vrijheid gaan, bestrijd elke vorm van onderdrukking.
Deel je brood met wie honger lijdt, haal armen en daklozen in huis, geef kleren aan wie naakt is, onttrek je niet aan de zorg voor je naaste.
Als je dan roept, zal de Here antwoorden, en als je om hulp roept zal Hij zeggen: “Hier ben Ik”.
Hier geeft God zelf de werkelijke betekenis van vasten: Sta op tegen elke vorm van onderdrukking en bewijs barmhartigheid aan je naaste vanuit een onbaatzuchtig hart.
Dat je daarbij op Gods hulp kunt rekenen, daar kun je zeker van zijn.

Nieuwe Testament
Als voorbereiding op zijn bediening brengt Jezus 40 dagen en nachten door in de woestijn om er te vasten (Matth. 4:1-4).
Tijdens zijn vasten stelt hij zich helemaal open voor de kracht van God.

Na die 40 dagen weerstaat Jezus de verzoeker met:
“Er staat geschreven: Een mens moet niet van brood alleen leven; laat hij ook leven van elk woord dat God spreekt” (citaat uit Deutr. 8:3).

Als Jezus zijn discipelen wijst op de geestelijke strijd tegen het rijk der duisternis met “dit soort geesten wordt alleen verdreven wanneer jullie bidden en vasten”, citeert Hij feitelijk Jesaja 58:6.

Tijdens zijn leven op aarde verplicht Jezus zijn leerlingen niet om te vasten.
De Farizeeën en de leerlingen van Johannes de Doper maken Jezus daarover verwijten.
Jezus antwoordt: "Kunnen de bruiloftsgasten soms vasten zolang de bruidegom bij hen is?
Zolang ze de bruidegom bij zich hebben, kunnen ze niet vasten.
Maar er zullen dagen komen dat de bruidegom van hen is weggenomen, en dan zullen ze vasten"
(Marcus 2:18-21).

Jezus heeft een uitgesproken mening over vasten.
Voor Hem is vasten nauw verbonden met bidden tot de Vader én met liefde voor de medemens.
Tegelijk waarschuwt Hij uitdrukkelijk tegen uiterlijk vertoon en tegen mensen die alleen maar vasten om gezien te worden.

In het boek Handelingen en in de brieven van de apostelen zien we dat ook de eerste christenen vasten en bidden steeds samen laten gaan.
In Hand. 13:2-3 worden Paulus en Barnabas door de gemeente van Antiochië met vasten en bidden uitgezonden.
In Hand. 14:23 worden de oudsten van de gemeente met gebed en vasten in hun ambt bevestigd.

Principes
Als u vast, doe dat dan niet opvallend zoals de huichelaars.
Want die proberen, door er somber en onverzorgd uit te zien, de mensen te laten weten dat zij vasten.
Dat is dan ook de enige beloning die zij ooit ervoor krijgen.
Maar als u vast, zorg dan dat u er verzorgd uitziet.
Dan zal niemand vermoeden dat u honger hebt, behalve uw Vader, Die ieders geheim kent.
Hij zal u belonen.
(Matth.6:16-18 - vertaling Het Boek)

Als je voor jezelf vast, doe het dan met de intentie om je tot God te richten en om in de hemelse gewesten je stem te laten horen.

Als je bidt en vast voor een ander, richt je dan op zijn bevrijding uit de macht der duisternis.
Om de banden van het juk te verbreken en de verdrukte in vrijheid te stellen.
Breng daarbij het belangrijkste gebod - heb je naaste lief als jezelf en God bovenal - in praktijk, want dan zal God naar je omzien. (naar Jesaja 58: 4).

Conclusie
Je bent vrij om te vasten, net zoals je vrij bent om te bidden.

Je onthouden van natuurlijke dingen kan nodig zijn om je gedachten te concentreren om in de sfeer van het Koninkrijk van God bezig te zijn in de hemelse gewesten.

Ga niet vasten om iets af te dwingen bij God, of om God te vermurwen.

Nergens in de Bijbel staat dat je moet vasten, wanneer je moet vasten of hoe je moet vasten.
Als je vast, laat het dan niet aan de mensen zien, dat je vast…