Wie is Hij? Ken je Hem?

Op het heetst van de dag komt een vrouw uit Sichar water putten. Bij de bron zit een man die haar vraagt voor hem ook wat water te putten. Dat kan toch niet, zegt de vrouw. Want Joden en Samaritanen gaan niet met elkaar om. “Ik kan je levend water geven” zegt de man, dan zul je nooit meer dorst krijgen. Hoe kan dat nou? Zonder emmer kom je toch niet aan water. Haal je man, dan zal ik het uitleggen …

Benieuwd hoe het verder gaat?


In de Bijbel kun je het lezen en wel in het boek Johannes hoofdstuk 4 in de verzen 4-42

Joh.4:4-42 (GNB)

[4] Hij moest daarvoor door het gebied van Samaria. [5] Onderweg kwam hij bij Sichar, een stad in Samaria, vlak bij het stuk land dat Jakob aan zijn zoon Jozef had gegeven. [6] Daar lag ook de bron van Jakob. Jezus was vermoeid van de tocht en ging bij de bron zitten. Het was midden op de dag. [9] Ze zei: ‘Hoe kunt u, een Jood, drinken vragen aan mij, een Samaritaanse vrouw?’ Joden laten zich namelijk niet in met Samaritanen. [10] Jezus antwoordde: ‘Als u wist wat God geeft en wie het is die u om drinken vraagt, dan zou u hem erom gevraagd hebben en hij zou u levend water hebben gegeven.’ [11] ‘Maar meneer,’ zei de vrouw, ‘u hebt niet eens een emmer en de put is diep. Waar wilt u dan levend water vandaan halen? [12] Kunt u soms meer dan onze voorvader Jakob? Hij gaf ons deze put en dronk er zelf uit, en ook zijn zonen en zijn vee.’ [13] ‘Wie van dat water drinkt, krijgt weer dorst,’ zei Jezus, [14] ‘maar wie het water drinkt dat ik hem geef, zal nooit meer dorst hebben. Want het water dat ik hem geef, zal een bron in hem worden waaruit water opborrelt dat eeuwig leven geeft.’ [15] De vrouw zei: ‘Geef mij van dat water, meneer. Dan krijg ik geen dorst meer en dan hoef ik hier niet meer te komen putten.’
[16] Toen zei Jezus: ‘Ga uw man roepen en kom dan hier terug.’ [17] En ze zei: ‘Ik heb geen man.’ ‘Ja,’ zei Jezus, ‘u zegt terecht dat u geen man hebt. [18] Want u hebt vijf mannen gehad, en de man die u nu hebt, is uw man niet. Het is waar wat u zegt.’ [19] ‘Meneer,’ zei de vrouw, ‘ik zie dat u een profeet bent. [20] Onze voorouders hebben God op deze berg aanbeden, maar bij u zegt men dat in Jeruzalem de plek is waar men God moet aanbidden.’ [21] Jezus zei: ‘Geloof mij, er komt een tijd dat u de Vader noch op deze berg noch in Jeruzalem zult aanbidden. [22] Jullie aanbidden zonder te weten wat je aanbidt, maar wij aanbidden wat we kennen, want het heil komt van de Joden. [23] Maar er komt een tijd – en die is er al – dat wie echt aanbidden, de Vader aanbidden in geest en waarheid. Want de Vader wil mensen die hem zo aanbidden. [24] God is geest, en wie hem aanbidden, moeten hem aanbidden in geest en waarheid.’ [25] ‘Ik weet dat de Messias zal komen,’ zei de vrouw. (Messias betekent Christus.) ‘Wanneer hij komt, zal hij ons alles bekendmaken.’ [26] Jezus antwoordde: ‘Ik ben het, ik die met u spreekt.’
[27] Op dat moment kwamen zijn leerlingen terug. Ze waren verbaasd dat hij met een vrouw in gesprek was, maar niemand vroeg hem: ‘Wat wilt u daarmee?’ of: ‘Waarom praat u met haar?’ [28] De vrouw liet haar waterkruik staan en ging naar de stad terug. [29] ‘Kom toch kijken!’ zei ze tegen de mensen. ‘Er is een man die mij alles verteld heeft wat ik gedaan heb. Misschien is het de Christus wel!’ [30] De mensen liepen de stad uit en gingen naar hem toe.
[31] Intussen drongen zijn leerlingen bij hem aan: ‘Rabbi, eet toch iets!’ [32] ‘Ik heb iets te eten dat jullie niet kennen,’ antwoordde hij. [33] ‘Zou iemand hem eten gebracht hebben?’ zeiden de leerlingen tegen elkaar. [34] Jezus zei hun: ‘Mijn voedsel is: de wil doen van hem die mij gezonden heeft en het werk volbrengen dat hij mij heeft opgedragen. [35] Zeggen jullie niet: Nog vier maanden en dan is de oogst? Ik zeg je: kijk eens goed rond en let eens op de velden; ze staan wit, rijp voor de oogst. [36] Hij die oogst, ontvangt nu al zijn loon en haalt de eerste opbrengst voor het eeuwige leven binnen; de zaaier verheugt zich dus tegelijk met de maaier. [37] Want er zit waarheid in dit gezegde: De een zaait en de ander maait. [38] Ik heb jullie uitgestuurd om een oogst binnen te halen waarvoor jullie je niet hebben ingespannen; anderen hebben zich ingespannen en jullie plukken de vruchten van hun inspanning.’
[39] Veel Samaritanen uit die stad kwamen tot geloof, omdat de vrouw verklaard had: ‘Hij heeft me alles verteld wat ik gedaan heb.’ [40] En toen ze bij hem gekomen waren, vroegen ze hem bij hen te blijven. En hij bleef er twee dagen. [41] Door wat hij verkondigde kwamen nog veel meer mensen tot geloof, [42] en zij zeiden tegen de vrouw: ‘Wij geloven, maar nu niet meer om wat u verteld hebt, maar omdat we hem zelf hebben gehoord, en we zijn ervan overtuigd dat hij werkelijk de redder is van de wereld.’


Wie is Hij?

Heel bijzonder te zien hoe Jezus contact zoekt met een mens met de bedoeling die dan te ontmoeten. Bij deze vrouw uit Samaria, merk je hoe Jezus het goede wenst aan te bieden. Hoewel hij haar achtergrond kent, gaat hij met haar om zonder enig verwijt. Hij is verlangend om in haar leven iets moois te doen ontstaan. En niet alleen in dat van haar, maar ook in dat van de mensen in haar omgeving. Wat zal dat een geweldige tijd geweest zijn.

Hij is Jezus die eigenlijk ieder mens de vraag voor legt: Mag ik in jouw leven ook iets moois tot stand brengen?


Ken je Hem?

Daarnaast is er de vraag: Ken jij hem?

Om hem te leren kennen vraagt hij je als het ware: wil jij mij ontmoeten, want ik wil er voor je zijn.

Want bijzonder aan Jezus is dat Hij zich graag laat kennen. Vooral als een helper, maar ook om met je om te gaan. Hij wil graag persoonlijk kontakt met je hebben. Hij met jou en jij met Hem.

Dat probeert dit foldertje aan te geven. We hopen dat je op die mogelijkheden wilt ingaan en op zoek gaat naar Jezus.

Als je daarbij hulp wilt hebben, staan wij voor je klaar.


Misschien heb je vragen en/of opmerkingen?

Je kan ons op zondagen ook ontmoeten in de Adventkerk, Hengelolaan 225, Den Haag

0p deze site vind je informatie over de Adventkerk.